Een CNAME-record instellen
Een CNAME-record (Canonical Name) wordt gebruikt om een subdomein naar een ander (sub)domein te verwijzen. Een veelvoorkomende toepassing is het laten verwijzen van de www-versie van je domein (bijvoorbeeld www.jouwdomein.nl) naar het hoofddomein (jouwdomein.nl).
Hoe stel je een CNAME-record in?
-
Naam:
- Voor het hoofddomein gebruik je
www
als naam. - Voor een ander subdomein gebruik je alleen de naam van dat subdomein (bijvoorbeeld
blog
).
- Voor het hoofddomein gebruik je
-
Type:
- Kies voor
CNAME
als type van het record.
- Kies voor
-
Waarde:
- Vul de domeinnaam in waarnaar je wilt verwijzen, bijvoorbeeld:
jouwdomein.nl.
- Voeg een punt toe aan het einde van de domeinnaam (de zogenaamde trailing dot).
- Vul de domeinnaam in waarnaar je wilt verwijzen, bijvoorbeeld:
-
TTL (Time To Live):
- Stel een lage TTL in, zoals 300 seconden (5 minuten), om snelle wijzigingen te kunnen doorvoeren.
Belangrijke opmerkingen
- Een CNAME-record moet altijd uniek zijn. Dit betekent dat je geen andere records met dezelfde naam kunt hebben als het CNAME-record.
- Je kunt geen CNAME-record instellen voor het hoofddomein (
@
), omdat dit record standaard al andere DNS-records bevat, zoals een SOA-record. - Gebruik een CNAME-record alleen voor subdomeinen die je naar een andere domeinnaam wilt laten verwijzen.
Voorbeeld van een CNAME-record
- Naam:
www
- Type:
CNAME
- Waarde:
jouwdomein.nl.
- TTL:
300
Hulp nodig?
Mocht je na het lezen van dit artikel nog vragen hebben, neem dan contact op met onze supportafdeling. Wij staan klaar om je verder te helpen.